Het mooiste van al die plannen is ze te zien slagen

Peter Hecker

Als we Peter Hecker spreken, heeft hij net afscheid genomen van de VOMI en WCM. Met prepensioen, geen vergaderingen meer. Of toch wel? “Nou, ik heb nog één leuke functie te vervullen dit jaar.” Peter Hecker was namens de VSB één van de founding fathers van SVWOH.In februari nam hij afscheid als bestuurslid van onze stichting. We kijken terug op al het werk dat verzet is.

Peter werkte tot februari als branchemanager bij de FME, voor de VOMI (de branchevereniging voor contractors in de (proces) industrie) en WCM (World Class Maintenance, die zich richt op slimme sensortechnieken voor voorspelbaar duurzaam onderhoud). “Ik ben 25 jaar branchemanager geweest, voor allerlei sectoren. Van de steigerbouw, machinebouw, klimaattechnieken, galvanotechniek tot aan het onderhoud in de industrie. Ik ben gestart in 1999 bij de Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB) die zich richtte op onder andere stalen steigers, rolsteigers, ladders en trappen. Toen ik in 2020 directeur werd bij de VOMI, de brancheorganisatie voor de procesindustrie, nam Gerard Westenbroek deze taak van me over.”

Vanaf scratch

“De Arbeidsinspectie nam eind jaren ‘90 afscheid van het toen geldende Veiligheidsblad (P6). De branche moest toen zelf bepalen hoe er veilig gewerkt kon worden. Voor de steigerbouw besloot de VSB een richtlijn steigers te ontwikkelen. De steigerconstructie was de basis waarover heel veel kennis beschikbaar was, maar voor de verdere invulling moesten we vanaf scratch werken. We zochten contact met Bouwend Nederland en met de organisaties in de industrie. In de eerste jaren werd er wekelijks werd er vergaderd. De richtlijn groeide en kreeg structuur. We haalden er experts bij: de knapste rekenkoppen uit de bedrijven voor de calculaties en onderwijskundige kennis voor de eind- en toetstermen die de basis vormden voor de nieuwe scholingsstructuur van de steigerbouw.

Ons proces werd versneld door het tragische ongeluk in de Amercentrale in 2003. Toen kwam er veel druk op te staan. De overheid wilde sneller tot afspraken komen. We stemden al vanaf het begin alles af met TNO, de Arbeidsinspectie en met Arbouw (nu Volandis). We stelden de zogenaamde A-bladen op voor de steigerconstructie, steigerbouw en het steigergebruik. En we betrokken de vakbonden bij de richtlijn. Onder andere Hans Crombeen van FNV, de huidige voorzitter van SVWOH.

Samen op de steiger

steigerbouw Peter Hecker en Hans Crombeen
Hans Crombeen, staand tweede van links en Peter Hecker links voorste rij

Toen Peter Hecker als branchemanager startte bij de VSB, begon rond dezelfde tijd Hans Crombeen als bestuurder bij FNV Bouw met steigerbouw in zijn portefeuille. Al snel bleek dat Hans en ik samen goed door een deur konden. We hadden veel contact en maakten samen kennis met de steigerbouw. Als we de steigerbouwwereld echt willen ervaren moeten we de steiger op, dachten we. Dus via Miel Ferket schreven we ons bij STE in voor de training Monteur Steigerbouw.

Nou, we hebben aardig afgezien. In weer en wind en met pijn in onze rug. We leerden veel over de collegialiteit en hoe de monteurs voor elkaar opkomen. Een unieke kans om in de pauze tijdens een sigaretje te horen hoe het er in de praktijk echt aan toe ging. Voor ons beiden is die training bepalend geweest voor onze waardering voor het beroep. We ervaarden de betrokkenheid tijdens het werken op hoogte. Alle respect voor de monteurs, nog steeds.

Scholing

“Weten hoe het moet is nog maar de helft van het verhaal. Er werd intensief ontwikkeld, afgestemd en overlegd met deskundigen uit de bedrijven en met opleiders en de ontwikkelaars van Fundeon. Er moest een link bestaan met de bestaande mbo-opleidingen en de scholingsstructuur. Daarna hebben we de branche ingeschakeld om het een werkbare, praktijkgerichte structuur moest worden. De branche moest het immers omarmen. Als structuur die het vakmanschap bevorderde. En bovendien het veilig werken op een hoger niveau bracht. De nu geldende scholingsstructuur voor de steigerbouw werd per 1 januari 2017 ingevoerd. Daar was een extra hoofdstuk voor nodig in de Richtlijn Steigers. Het beroemde hoofdstuk 7.

Alle eind- toetstermen van alle profielen waren geschreven. Afgestemd met Bouwend NL en volledig ‘uitgepolderd’. We hadden alle neuzen dezelfde kant op. We hebben toen met de industrie afgesproken dat we alles in één keer wilden afstemmen, maximaal zeven keer vergaderen en binnen een jaar opleveren. Dat is toen gelukt. Mede dankzij het VSB-bestuur, de Commissie Scholing en de aangesloten bedrijven waarmee we de praktische invulling van grond kregen.

In de opgang naar 2017 richtten we als VSB met de vakbonden, waaronder FNV, een Sectorplan voor de Steigerbouw in. Gefinancierd door het Ministerie van Sociale Zaken. Dat plan bestond uit scholing en een transitiehuis (voor vervangende arbeid op latere leeftijd). En, daar komt het, er werd voorgesteld dat er een instituut voor de bouw- en industriesector moest komen waar de certificaten en behaalde scholingsresultaten werden geregeld én vastgelegd. Mét een duidelijke link naar het SSVV zodat opdrachtgevers in een Centraal Diploma Register het VCA-certificaat en de (vaak buitenlandse) opleidingscertificaten kunnen checken. Ook werd de scholingsstrucuur onderdeel van de SOG (SSVV Opleidingen Gids), Toen stond de Stichting Veilig Werken Op Hoogte zelf in de steigers en daarmee werden we ook door de Arbeidsinspectie als ‘voorbeeldbranche’ beschouwd.

Tot slot is het vak monteur Steigerbouw toen verankerd in de wet. Het mocht niet vrijblijvend zijn. Via Volandis en weer samen met de vakbonden en werkgevers is de Richtlijn Steigers toen opgenomen in de Arbocatalogus van de Bouw.”

Blij met SEP

“Ik ben ook heel blij hoe ons examenplatform SEP uit de verf is gekomen. Ik zag het systeem destijds bij de Stichting Industriële Reiniging (SIR). Ik dacht ‘dit is toch fantastisch!’ Contact gelegd met de SIR en GoMotion en geregeld dat Wim Stolk, secretaris SVWOH, ook een demo te zien kreeg. SEP is daarna door Arthur en Wim verder ontwikkelt tot het snelle en efficiënte platform dat het nu is. Alle eind- en toetstermen zijn opgenomen. Je ziet tot op vraagniveau hoe het examen gemaakt wordt. Alles transparant en inzichtelijk.”
Dus dat hebben we ook aan jouw netwerk te danken? “Haha, ja. Hoe langer je mee loopt en je het vuur uit de sloffen loopt voor zo’n branche, hoe meer je goede oplossingen je tegenkomt. De sense of urgency is hoger als je bij de juiste mensen weet uit te komen.”

Wat hoop je dat jouw inzet oplevert?

“De lijst met eind- en toetstermen waar je aan moet voldoen in je functie wordt langer naarmate je groeit in het beroep. We hebben voor alle voorkomende functies in de steigerbouw de eind- en toetstermen omschreven, genummerd en gerangschikt. We zijn begonnen bij de hulpmonteur met eindterm 1 en zo door naar eindterm 15. Op basis hiervan mag een hulpmonteur – onder toezicht van de monteur – meebouwen aan de steiger. Maar wat gebeurde er in de praktijk? Er verschenen steigerbouwbedrijven aan de poort met één monteur en 250 hulpmonteurs.

Dus toen hebben we ingezet op het opleiden van de hulpmonteur. Een opleiding destijds van een week of twee met VCA en met de kennis van de geldende eind- en toetstermen. Toen diende het volgende probleem zich aan: Na de eerste weken houden veel startende steigerbouwers het voor gezien. Steigers monteren blijkt in die gevallen niet hun vak te zijn. Da’s prima, maar dat maakte investeren in de hulpmonteur onaantrekkelijk. Ook kregen we te maken met werknemers uit het buitenland die gericht voor een project werden gecontracteerd. Daar kwam nog bij dat de hulpmonteur nog steeds niet de zelfstandigheid van de monteur heeft. Dus de keuze viel eerder op de opleiding monteur.

Bij de opbouw van de steigerconstructie red je het echter niet met alleen monteurs. Je hebt aanvoer van materiaal nodig en werkvoorbereiding in teams. Voor de logistiek heb de ‘sjouwers’ nodig, waarbij de opdrachtgever in de industrie wél wil weten wie er op zijn site komt en of de medewerker VCA heeft of niet. Dus toen is de functie Aspirant Hulpmonteur in het leven geroepen. Het VCA-certificaat en een korte toets over de basiskennis is voldoende om materiaal aan te voeren en gedurende een jaar voldoende ervaring op te doen voor de opleiding hulpmonteur. Echter is dat niet de oplossing gebleken, want toen kwam er één monteur met 250 aspirant hulpmonteurs achter zich aan. Ook bleek dat áls een aankomend monteur een blijvertje is, men de hulpmonteur overslaat en meteen opgaat voor monteur steigerbouw.”

Dus als dit de status blijft, dan is er sinds 2008 niet voldoende bereikt in de steigerbouw?
“Nu heb ik begrepen dat in de herziene Richtlijn de functie Aspirant Hulpmonteur waarschijnlijk verdwijnt. Dat de eisen voor de hulpmonteur aangepast worden en daarmee toegankelijker. En de monteur zou er dan een aantal basis eind- en toetstermen bij krijgen. Wanneer opdrachtgevers dan serieus werk maken van de controle op de juiste papieren via het Centraal Diploma Register van SSVV, dan ben ik een gelukkig man. De inspanningen zijn sowieso niet voor niets geweest, want inmiddels is er alom erkenning voor het vak monteur steigerbouw en de sector heeft zich echt goed op de kaart gezet. Dat is een gezamenlijke inspanning geweest van de steigerbouw, de werkgevers en werknemersorganisaties, de Arbeidsinspectie, opleiders en examenbureaus.”

Nog even door

Je vertelde dat je nog een functie te vervullen hebt dit jaar. Kun je daar tot slot wat over zeggen?
“Dat is een eervolle opdracht van de SSVV, de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid, om nog even aan te blijven als voorzitter. Er zijn positieve ontwikkelingen in gang gezet, waarbij het samenwerken met relevante branchepartijen en het verder moderniseren van het VCA-stelsel moeten leiden tot het nog veiliger maken van de werkvloer.

De SSVV houdt zich onder meer bezig met de VCA. Je moet je voorstellen, bij de SSVV zitten 24 branches aan tafel. Denk aan partijen als de bouw, de (petro)chemie, de metaalindustrie, de procesindustrie, de uitzendbranche etc. Opdrachtgevers en opdrachtnemers. Daar komen momenteel veel activiteiten uit voort om dit waardevolle stelsel toekomstbestendig te maken. Op basis van mijn ervaring en het vertrouwen dat ik blijkbaar geniet, ben ik gevraagd dit proces als voorzitter te begeleiden en het komende jaar het stokje over te dragen aan een opvolger.

Nieuws